Renovatie
Hoofdweg Zegveld Voorstel uitgewerkt door Werkgroep Hoofdweg onderdeel van Dorpsplatform Zegveld aangeboden aan de vertegenwoordigers van de Gemeente Woerden d.d. 26 juni 2001.
INLEIDING De werkgroep bestaat uit aanwonenden en
belangstellenden. De deelnemers zijn: Arie Bol, Peter Brak, Henny van Hunnik, Wim Knol, Coby
Lekkerkerker, Fred van Arkel en Piet Brak. GEBIED De discussie betreft het gedeelte van de
Hoofdweg binnen de bebouwde kom. Sommige delen liggen beneden het peil van
het oppervlaktewater. Het deel tussen kerk en kruispunt gaat
volledig op de schop. Hier zal ontgraving plaatsvinden,
waarna met lichte materialen een nieuw weglichaam wordt
gemaakt. Net als in de Nieuwstraat /Julianalaan/Dorpsstraat
krijgen rijbaan en fietspad een fundering van piepschuim. Met het deel tussen de grens van de
bebouwde kom en de kerk gebeurt niets. Het werk is gepland voor 2002. WAAROM De werkgroep heeft zich met twee zaken
bezig gehouden, dit zijn een fraaiere inrichting en een
verkeersveilige oplossing. In de Woerdense Courant van 4 november
1999 schreef Iman Vroman in een columnachtig stukje dat
naast de verfraaiing van het nieuwe dorpshart men in Zegveld
ook eens iets aan het oude dorpshart zou moeten doen. “Zou
daar ook niet eens iets kunnen gebeuren om Zegveld iets van
de intieme dorpssfeer van de oude ansichtkaarten terug te
geven” schreef Vroman. Hij besloot zijn stukje met
“waarom zien ze dat nou niet daar in Zegveld” De werkgroep is het met de schrijver eens
en wil - nu de kans daar is - kijken naar ruimtelijke
verbeteringen. De andere kwestie is de
verkeersveiligheid. Na hoorzittingen en enquêtes zijn er in
1997 twee versmallingen (chicanes) gemaakt en zijn de
bebouwde komgrenzen meer geaccentueerd. De gemeente heeft
meermalen aangekondigd nog meer obstakels te willen
aanbrengen. Tot nu toe is het bij plannen gebleven. De genomen maatregelen hebben effect
gehad op de snelheid van het autoverkeer maar de
aangebrachte hindernissen hebben het dorpsbeeld verder
aangetast. Op nog meer obstakels van deze soort zit
niemand te wachten. HISTORIE Het dorp Zegveld heeft een typische
lintbebouwing. Vanaf 1300/1400 ontstond langs de
Zegveldse wetering een boerderijstrook met aanvankelijk een
smal voetpad, dat langzamerhand uitgroeide tot een weg voor
kar en paard. Tot na de tweede wereldoorlog was de weg
onverhard. Rond 1950 werd de weg geasfalteerd. De
breedte van de weg bleef gering. Voertuigen konden elkaar
slechts passeren bij uitwijkplaatsen. De weg zag er uit als
nu nog de Mijzijde in Kamerik of het Oosteinde in Waarder. Bij de hervormde kerk was enige
verdichting van de bebouwing, hier was het dorpscentrum waar
alle openbare activiteiten plaatsvonden.
Bij de wegverbreding hebben de ontwerpers
zich alleen op het autoverkeer gericht. Aan alle natuurlijke
onderbrekingen en markeringen die de oude route door Zegveld
kende werd voorbij gegaan. Er ontstond een drie kilometer
lange rechte weg die aan alle kanten uitnodigt tot te hard
rijden. De bruggen in de weg verdwenen. De
duikers bij
Hoofdweg 27 en 155 hebben de functie van de bruggen
overgenomen. De oranje natriumverlichting is helemaal
op de rijbaan gericht. Bij avond en nacht ziet de
automobilist op geen enkele manier dat hij een
verblijfsgebied passeert. Bij de herinrichting moet geprobeerd
worden het oude dorpscentrum te rehabiliteren, dit zelfde
geldt voor het verbindingsstuk tussen oud en nieuw
dorpscentrum. Hiermee wordt het dorp verfraaid en de
verkeersveiligheid wordt beter. IDEEEN WERKGROEP Kort samengevat brengt de werkgroep de
volgende ideeën naar voren: a
In de oude kern, dit is het deel tussen pastorie en
Voorhof, zou het dorpse karakter terug
moeten komen; b
Het straatbeeld van het deel Hoofdweg tussen oude en
nieuwe kern moet meer gaan passen
bij de gebouwde omgeving, het beeld van doorgaande
verkeersweg dient plaats te maken
voor een weg die meer het karakter van een laan
heeft; c
Op de kruising Hoofdweg/Milandweg/Middenweg/Molenweg
zou een rotonde moeten
komen d
Op de grens van de bebouwde kom op de Hoofdweg zou
een zeer herkenbare scheiding
moeten komen; e
De regels voor bromfietsverkeer moeten duidelijker
worden; f
De bestaande chicanes zouden kunnen vervallen,
terwijl nieuwe wegversmallingen
voorlopig achterwege zouden moeten blijven. UITWERKING IDEEEN Oude dorpskern De oude dorpskern heeft door de
terugwijkende bebouwing aan de zuidzijde iets van een
pleintje. Door het wegprofiel op deze plaats te veranderen
zou hierop ingespeeld kunnen worden. De werkgroep kiest op
deze plek voor een rijbaan die uit elkaar wijkt. De
middengeleider die ontstaat moet een aankleding krijgen die
bij een oude dorpskern past. Hierop zou een markante boom
met een smeedijzeren hek er omheen kunnen komen. Of een
hardstenen dorpspomp. De strook voor de bakkerij, de cafetaria
en het café zou meer sfeer kunnen krijgen door een
vriendelijker bestrating. De bielzen voor de cafetaria
zouden vervangen moeten worden door terrasschermen. Het bushokje is een sta-in-de-weg en
heeft nauwelijks een functie, het zou dus weggehaald kunnen
worden. Voor de brievenbus moet een andere plek te vinden
zijn. Passende bomen aan de kant van de
(historische) bebouwing en bij de kerk zou het beeld van
dorpsplein kunnen versterken. Bij de kerk en de Voorhof zouden
oversteekplaatsen moeten komen. Belangrijk is verder dat het dorpsplein
een verlichting krijgt die de beslotenheid van een plein
oproept en die duidelijk afwijkend is van de verlichting op
de andere delen van de Hoofdweg. De werkgroep wil het dorpsplein afbakenen
door op twee plaatsen de rijbaan te onderbreken door
de bovenbouw van een ophaalbrug over de weg te plaatsen. Als
ophaalbruggen niet haalbaar zijn zou het beoogde effect
bereikt kunnen worden met de suggestie van lage bruggen. Als
een ander idee hetzelfde effect heeft en beter past kan de
werkgroep zich daarin vinden. Het wegdek zou in de oude kern met
streetprint afgewerkt kunnen worden (asfalt in de kleur van
klinkers en de afdruk van klinkers). De kleur zou roodgrijs
of geelgrijs kunnen zijn. Wegdeel tussen oud en nieuw centrum Het gebied tussen oud en nieuw centrum
wordt door boerderijen en bedrijven gedomineerd. Vooral de
statige boerderijen met voortuin geven een bijzonder
karakter aan dit gebied. Verder is karakteristiek in dit
deel dat de scheisloten tussen de percelen vaak nog tot aan
de Hoofdweg lopen. Ook zijn tussen Voorhof en kruispunt op
veel plaatsen nog restanten van de gedempte wetering te
zien. Straat en omgeving zouden in dit gebied veel meer met
elkaar in relatie moeten worden gebracht. De werkgroep ziet hiervoor de volgende
mogelijkheden. Aan weerszijden van de weg zou een
laanachtige beplanting moeten komen. De bomenrijen moeten
ter weerszijden van de rijweg staan. Hierdoor ontstaat een
soort tunneleffect wat automobilisten er toe moet brengen
kalmer te rijden. De keuze van de bomen in dit deel wordt
heel belangrijk. Het tunneleffect wordt bereikt door
bomenrijen waarvan de kronen vanaf een hoogte van circa vijf
meter naar elkaar toegroeien (zwarte els, plataan ?). De
keuze van de boomsoort is een zaak voor deskundigen. Op de
strook tussen rijweg en fietspad zouden geen struiken moeten
staan, ook die geven de weg teveel het karakter van een
route voor doorgaand verkeer, een bodembedekker is
voldoende. Het trottoir aan de noordkant zou kunnen
vervallen. Er zou dan een groene berm met bomen kunnen komen
met eventueel een smal pad van één tegel breed om van
boerderij naar boerderij te kunnen lopen. De huidige verlichting is helemaal op de
rijbaan gericht. Bekeken moet worden of een ander type
lantaarn meer passend is. Ook dienen fietspad en voetpad aan
de zuidzijde beter verlicht te worden Om ruimte voor bomen te krijgen tussen
fietspad en rijweg zou het wegprofiel iets naar het noorden
verlegd kunnen worden. Het wegdek zou gewoon asfalt kunnen zijn.
Hierdoor ontstaat dan contrast met de oude dorpskern (streetprint)
en de nieuwe dorpskern (klinkers). Kruispunt Op de kruising bij het nieuwe centrum is
de verkeerssituatie niet erg overzichtelijk. Desondanks gebeuren er weinig ongelukken.
Wijziging van de situatie heeft daarom tot nu te weinig
prioriteit gekregen. Bovendien is vaak gesteld dat er te
weinig ruimte is voor een rotonde. De werkgroep vindt dat met de ervaring
die de laatste jaren overal in Nederland is opgedaan met
rotondes dit op deze plaats nog eens opnieuw bekeken zou
moeten worden. Met een rotonde zou de situatie in ieder
geval een stuk duidelijker worden. Grens bebouwde kom De werkgroep kiest voor een obstakel bij
de grens van de bebouwde kom. Deze markeert dan duidelijk de
overgang van de 80-kilometerzone naar de 50-kilometerzone.
Het mooist is een hindernis die past in de omgeving. Een
bloembak is een mogelijkheid. Gedacht kan ook worden aan een
insnoering van de rijbaan door de suggestie van een brug.
Dit kan door aan beide zijden van de rijbaan borstweringen
of leuningen van een brug te construeren, waarbij voor
verkeer komend uit de richting Woerden de rijstrook voor 2/3
wordt onderbroken. Het verkeer dat Zegveld uitgaat kan
doorrijden, het verkeer dat het dorp inkomt treft de
hindernis aan. In de berm tussen weg en fietspad komt in
ons idee een leuning die verhindert dat het verkeer het
fietspad opdringt. Het beoogde effect van brug wordt
compleet als parallel aan de hindernis op het fietspad het
idee van een brug wordt herhaald. Bromfietsverkeer Bij de grens van de bebouwde kom op de
Hoofdweg en bij de aan te leggen rotonde bij het kruispunt
zou bromfietsverkeer op een duidelijke manier door middel
van belijning van het fietspad de rijbaan opgeleid moeten
worden. Vervolgens zouden op de rijbaan links en rechts rode
suggestiestroken met witte belijning moeten komen, waarmee
de route voor bromfietsers duidelijker wordt. Zo’n opzet
heeft vermoedelijk ook een afremmend effect op de snelheid
van het autoverkeer. Een situatie als de werkgroep bedoelt
is te zien op de Van Teijlingenweg in Kamerik ter hoogte van
het historische gemaal. Wegversmallingen De werkgroep stelt voor de twee bestaande
hindernissen te laten vervallen. Hiervoor in de plaats komt
een hindernis aan het begin van de bebouwde kom en een
rotonde op het kruispunt. De oude dorpskern wordt gemarkeerd
door twee “bruggen”. In de oude dorpskern zelf gaan de
rijbanen uit elkaar lopen. Op vijf plaatsen worden dus
snelheidsbelemmerende maatregelen genomen. Dit in samenhang
met de overige
ideeën – bromfietsstroken, verschil in wegdek
en een speciale boombeplanting – moeten
automobilisten er toe brengen zich aan de toegestane
snelheid te houden. Eventueel kan worden overwogen in de
oude dorpskern over een kort traject een 30-kilometerzone in
te stellen. SLOT De werkgroep heeft in het voorgaande ideeën
willen neerleggen die mogelijk kunnen bijdragen in een goed
plan voor de herinrichting van de Hoofdweg. Graag wil de werkgroep blijven meedenken
over de verdere uitwerking.
|